Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En Hij heeft Zijn woorden [31]bevestigd, die Hij gesproken heeft tegen ons, en tegen onze richters, [32]die ons richtten, brengende over ons [33]een groot kwaad, hetwelk niet geschied is onder den gansen hemel, gelijk aan Jeruzalem geschied is. 31. Hebreeuws, verwekt, of doen opstaan. 32. Dat is, die ons regeerden. 33. Te weten het kwaad der straf, dat is, een groot ongeluk, hetwelk in de Klaagliederen van Jeremia in het brede verhaald wordt. Zie aldaar Klaagl.1:12, en Klaagl.2:13, enz.